VENLO – Samenwerken kunnen ze hier in Limburg als de beste. Na twee jaar is het tijd om een tussenbalans op te maken. Vol trots presenteren Gilde Opleidingen, VISTA college en Zuyd Hogeschool samen met diverse grote bedrijven de reeds bereikte resultaten en benoemen ze de doelen voor de “tweede helft” van het gezamenlijke Centrum voor Innovatief Vakmanschap project.

Samenwerken is nodig want de uitdagingen, met betrekking tot het opleiden van voldoende bekwame medewerkers voor de bouw en infra, is in Limburg misschien wel het grootste van ons land. Maar door een intensieve samenwerking tussen opleiders en bedrijven ontstaan er nieuwe inzichten, innovatieve opleidingstrajecten en een meer aansprekende beeldvorming. Waardoor steeds meer studenten de weg naar de “Wereld van de gebouwde omgeving” vinden.

Trots
Peter Thuis, vz CvB van Gilde Opleidingen die namens bouw- en infrabedrijven, Bouwmensen Limburg, VISTA collge, Fontys Venlo, Hogeschool Zuyd en Gilde Opleidingen het penvoerderschap het woord mocht voeren voor Gebouwde Omgeving Limburg. Met financiële en inhoudelijke ondersteuning van voornoemde partners en financiële ondersteuning van het Ministerie van OCW en de Provincie Limburg gaan wij de klus klaren, aldus Peter Thuis.

Het publiek privaat samenwerkingsverband Gebouwde Omgeving Limburg is gestart in juli 2017 met de inrichting van het asbestcentrum in Horst waar inmiddels ruim 100 cursisten gebruik van hebben gemaakt en gecertificeerd zijn. Inmiddels ontwikkelen diverse werkgroepen het bouwonderwijs van de toekomst. Deze samenwerking levert haar vruchten af. Als maatschappij kunnen we hier dan ook blij van worden.

Tjeu Van de Laar, lid van de stuurgroep en inspirerend kartrekker van GOL (Gebouwde Omgeving Limburg), is er heel helder over: “We mogen best trots zijn op deze samenwerking, alle partijen hebben de neuzen dezelfde kant op staan. We zijn doordrongen van nut en noodzaak. Na twee jaar maakt Tjeu de tussenbalans op: We zijn er nog niet. We zullen heel anders tegen opleiden moeten gaan aankijken. Kort cyclisch opleiden en veel meer  in de reële beroepscontext lijken het devies”.

Woensdag 27 november, tijdens een inspirerende bijeenkomst voor alle betrokkenen en genodigden maakt de stuurgroep van GOL de tussenstand op. Vier werkgroepen, met een afvaardiging van bedrijfsleven en onderwijs, zijn in het laatste kwartaal van 2017 gestart en begin dit jaar is daar de werkgroep Infra aan toegevoegd.

De Limburgse samenwerking mag uniek genoemd worden. Bouw- en infrabedrijven, de beide mbo en hbo-instellingen en Bouwmensen hebben, met ondersteuning van Bouwend Nederland, de handen ineengeslagen. Het gaat niet om concurrentie, maar om samenwerking in belang van de studenten, de bedrijven, en de economische en maatschappelijke belangen. De huidige vraagstukken op het gebied van stikstof en PFAS en werkgelegenheid vragen onorthodoxe maatregelen.

Daarom zitten Bedrijven en onderwijsinstellingen samen aan tafel in een 5 tal werkgroepen en zoeken ze samen een antwoord op het gebied van onderwijs- en arbeidsmarktvraagstukken. Het afgelopen jaar hebben 163 bouw/infra studenten geprofiteerd van de nieuw ontwikkelde  leercontent en leercontext. En velen zullen nog volgen! Bijkomend effect van deze samenwerking en innovatie is dat, tegen de stroom van de regionale krimp in, het studentenaantal voor de bouw-/infra opleidingen licht is gestegen. Dit stimuleert ons om door te gaan en stevig te blijven werken aan het fikse instroom en vervangingsvraagstuk.

Het moet kort en cyclisch
Binnen het centrum voor innovatief vakmanschap Gebouwde Omgeving Limburg, is gestart met het evalueren en renoveren van de reguliere BOL en BBL opleidingen. Een nieuwe modulaire aanpak en een hybride opleidingsmodel moeten er toe leiden dat in de nabije toekomst het kort cyclisch opleiden en cursorisch onderwijs, voor zittend personeel en zijinstroom, beter aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt. “De eerste stappen op gebied van provinciale samenwerking zijn nu gezet. Het is nu zaak stevig door te pakken”. Aldus Tjeu Van de Laar.

Industriële revolutie 4.0 gaat om softskills
Drones zullen hun intreden doen, innovaties zullen enorm zijn maar werknemers blijven nodig. Zo introduceert René Mobers stuurgroeplid van GOL en directeur van Bouwmensen Limburg de volgende spreker. Wim Davidse arbeidsmarkt expert en strateeg; “Limburg is een bijzondere locatie, ik noem het ook wel het Japan van Europa“. Innovatie, arbeidsmarkt en digitalisering zijn, zo blijkt uit recent onderzoek van Berenschot, voor alle bedrijven de top 3 van hun huidige uitdagingen. Waarbij in de bouw de arbeidsmarkt problematiek zelfs op plaats 1 staat!

Op dit moment zegt 60% van alle werkgevers “ik heb vacatures maar krijg ze niet vervult.”  Nederland heeft momenteel 9 miljoen werknemers, waarvan slechts 5,6 mio een vast contract hebben. In Limburg is de arbeidsparticipatie bijna de laagste van ons land. Er is hier dus nog heel veel werkkapitaal ondanks een krimp van 1 %. Het ROWA (arbeidsmarkt onderzoek) uit Maastricht onderzoekt o.a. hoe moeilijk het is om vacatures te vervullen. Er blijkt dat tweederde van de technische vacatures in 2025 heel moeilijk te vervullen zal zijn. In Europa krimpt de beroepsbevolking met 3%. In Limburg nog sneller. In landen zoals Afrika daarentegen groeit de beroepsbevolking met 30%. Ligt daar dan de oplossing voor ons personeelsvraagstuk? “We zullen ze mits goed opgeleid hier hard nodig hebben!” Aldus Wim Davidse

Wat heeft onze toekomstige werkgeneratie nodig?
De 25-35 jarigen, die de “stipsters” en de “happy holics” genoemd worden, willen vooral blij en gelukkig worden van hun werk. De generatie Z (5-20 jarigen) wijst ons steeds nadrukkelijk op de vraag “Wat gaan jullie werkgevers ons nou bieden?” De generatie Z zoekt immers betekenisvol werk. Ze willen als mens kunnen groeien, gekieteld worden door aandacht en uitdaging. Nu al behoren bepaalde werkgevers in de bouw tot aantrekkelijk werkgever. Maar voor 7 van de 8 bouwwerkgevers moet op dit vlak nog het nodige gaan veranderen. De toekomstige uitdagingen: “Werkgevers moeten aantrekkelijk werkgever gaan worden, aldus Wim”. Ze moeten voor hun toekomstig personeel ook kijken naar andere segmenten;  jongeren, ouderen en buitenlanders, parttimers. Meer oog hebben voor aanleg en minder voor diploma’s, begeleiden van werk naar werk. Kortom ze zullen werkgeverschap 4.0 moeten gaan ontwikkelen.

Wat roept de nar?
Ferdinand van Kampen betitelt hem als nar (de criticaster van de koning), als geen ander kijkt hij met een andere bril naar onze uitdagingen in de bouwwereld. Raymond Clement, bestuurder bij MIK en voorheen werkzaam als manager bij de zorgopleidingen van Hogeschool Zuyd, ziet een parallel tussen de uitdagingen in de zorg en de bouw. De weg naar de innovatievulkaan lijkt bezaaid met berenklemmen en valkuilen. Onze wereld verandert en u gaat dat dus niet tegenhouden. “Innovatie is ook zo’n dingetje”. Ook een modewoord of trend-woord maar de evolutie gaat snel. Over een tijd printen we onze huizen, voorspellen we het onderhoud en doen we dat met drones. Maar de techniek lijkt niet de uitdaging… het vinden van personeel met de juiste competenties daarentegen wel, aldus Raymond.

“U staat voor een enorme uitdaging” onze systemen zijn failliet en ook ons onderwijssysteem. We moeten het fundamenteel heel anders gaan doen; niet meer alleen maar SAMEN, HOE mensen leren is van het onderwijs maar het WAT is van het werkveld. Bedrijven, U wordt medeopleider van de toekomstige beroepsprofessional. Wij zullen elkaar daarbij moeten ondersteunen en samen gaat ons dat lukken.