Het is enkele maanden geleden, maar de herinnering is als de dag van gisteren. Jac Berden, Ralph Hendrix en Daniël ten Ham zijn werkzaam in het havengebied en blikken terug op de crisissituatie in juli. Als parkmanager Lidy Rutten van Ondernemend Venlo niet razendsnel had gehandeld door onder meer een nooddijk aan te laten leggen, zouden tientallen ondernemingen op bedrijventerrein Groot-Boller in Blerick onder water zijn gelopen. Voor de betrokkenen is het duidelijk: de nooddijk moet blijven, andere dijken moeten worden verhoogd en er zou een zogeheten balgstuw voor de haven moeten komen om zo toekomstige overlast het hoofd te bieden.
Door Wesley Hegge
‘De nooddijk heeft ons gered’, zegt Jac Berden (CTV). ‘Het Maaswater stond op een gegeven moment hoger dan het grondniveau aan de andere kant van de dijk. Als deze dijk niet in allerijl was aangelegd, was de benedenverdieping van mijn bedrijf onder water gelopen. Omdat het grondniveau afloopt, zou hoogstwaarschijnlijk het grootste deel van bedrijventerrein Groot-Boller zijn volgestroomd met water en hadden tientallen bedrijven forse schade ondervonden.’
Dreiging van water
Met de rustig voorbijtrekkende boten op de achtergrond is de crisissituatie van juli haast niet voor te stellen. Nadat in Zuid-Limburg op dinsdag 13 en woensdag 14 juli door grote hoeveelheden neerslag huizen onder water liepen, wegen werden afgesloten en rivieren buiten hun oevers traden, werd duidelijk dat ook andere locaties aan de Maas zich moesten opmaken voor wateroverlast. Met de herinneringen aan de overstromingen van de Maas in 1993 en 1995 werden de signalen direct serieus opgepakt. Berden: ‘Op donderdag 15 juli zijn we gaan meten. Waar staat het water, waar komt het mogelijk uit? Wat is er nodig om het havengebied te beschermen?’
Veel ondernemers en medewerkers kwamen samen. Ralph Hendrix (Seacon): ‘De realisatie kwam snel dat we problemen zouden gaan krijgen door het stijgende water. Ons warehouse ligt relatief laag ten opzichte van de Maas. Dus dat hebben we uit voorzorg leeggehaald.’
Ook Daniël ten Ham (Hutchison Ports Venlo) nam voorzorgsmaatregelen. ‘Uit onze berekeningen kwam naar voren dat onze barge terminal voldoende hoog lag om het droog te houden. Mocht het water meer stijgen dan werd verwacht, waar je toch rekening mee moest houden, dan zou het water echter via onze locatie naar andere bedrijven door kunnen stromen.’
Bescherming
De schrik zat er goed in, herinnert Berden zich. ‘Ik heb met mijn team de spullen van de benedenverdieping naar boven getild. Maar er moest dus nog bescherming komen. Die donderdag ben ik net als veel andere ondernemers in de telefoon geklommen en heb lokale bedrijven gevraagd of ze hulp konden bieden door bijvoorbeeld het leveren van zand. Nadat ik enkele telefoontjes had gepleegd, zou een lokaal grondverzetbedrijf de volgende dag meteen komen meten om te kijken wat er nodig was.’
Op vrijdag 16 juli reed Berden om half zeven het bedrijventerrein op. ‘Ik wist niet wat ik zag. Overal stonden vrachtwagens, big bags en ander materieel. Er was een complete operatie op touw gezet om het havengebied te beschermen tegen het dreigende Maaswater. Ik vroeg meteen: wie heeft dit allemaal in werking gezet? Het bleek door parkmanager Lidy Rutten van Ondernemend Venlo (OV) in allerijl te zijn georganiseerd. De hulptroepen kwamen echt overal vandaan. Ik vind het ongelofelijk knap wat Lidy in zo’n kort tijdsbestek allemaal heeft weten te realiseren.’
Hendrix en Ten Ham onderschrijven dit. ‘We dachten dat we het zelf moesten regelen, maar vanuit de centrale organisatie van OV waren meteen allerlei acties uitgezet’, zegt Hendrix. ‘Met name de nooddijk die werd aangelegd, dat hadden we zelf nooit voor elkaar gekregen. Een groot compliment aan parkmanager Lidy en OV.’
Hoogwater
Na het plaatsen van de big bags tussen de barge terminal en CTV en het aanleggen van de nooddijk maakten de bedrijven in Groot-Boller zich op voor de verwachte piek. Het hoogste peil werd bereikt in de nacht van zaterdag 17 juli op zondag 18 juli. Hendrix: ‘Het water kwam hoog, zo hoog dat we op het hoogste punt twintig centimeter speelruimte over hadden. Je moet reëel zijn: we hebben geluk gehad. Tijdens het stijgende water werd er ook kwel geconstateerd, grondwater dat onder druk naar boven komt. Bij de zandzakken dreigde water er doorheen te komen. Ik heb dat weekend een paar keer met Lidy gebeld om zorgelijke situaties te bespreken. Zij wist meteen wie ze moest hebben en regelde bijvoorbeeld vrachtwagens met extra zand. Super geregeld, ik kan niet anders zeggen.’
Uiteindelijk hebben de bedrijven in het havengebied het droog gehouden. Ten Ham: ‘Materiële schade is uitgebleven. Wel hebben we een tijdje stilgelegen. Vanwege de hoge waterstand konden schepen niet onder de bruggen door. Een deel van de lading is over de weg gegaan in plaats van via binnenvaart. Zondag hebben we op last van de gemeente de eerste 25 meter van de kade ontruimd. Door het zakkende waterpeil ontstond er namelijk instortingsgevaar. Dat is gelukkig niet gebeurd. Op donderdag 22 juli kregen we weer groen licht en letterlijk vijf minuten later lag de eerste barge voor de kade.’
Het had anders af kunnen lopen, realiseren de betrokkenen zich. Berden: ‘Tientallen bedrijven hadden dan schade ondervonden. Een van de ondernemingen is Systemec, waarin veel datacenters van bedrijven en organisaties staan. Het is met een sisser afgelopen, maar voor de toekomst moeten er maatregelen worden genomen. De nooddijk zou ik laten liggen. Eigenlijk zou de dijk over een lang stuk met 2,5 meter verhoogd moeten worden. Verder is het nodig om een zogeheten balgstuw voor de haven te plaatsen.’
Ten Ham kan zich hierin vinden. ‘Een balgstuw is een keersluis van rubber die zich bij een bepaalde stijging van het water opblaast als een waterballon. We zijn zelf bezig met een uitbreiding van de barge terminal en in de plannen worden mogelijk extra schotten voorzien om hoogwater in de toekomst tegen te houden.’
Hendrix sluit af: ‘Als OV geen actie had ondernomen, was het anders afgelopen. Het zou naïef zijn als we geen maatregelen nemen voor de toekomst. Ik ben geen weerkundige, maar het is duidelijk uit prognoses van wetenschappers dat dit soort crisissituaties vaker voor gaan komen.’
Meerwaarde van KVO-B in crisissituatie
‘In de situatie van dreigende overstromingen heb ik direct contact opgenomen met de organisaties waarmee ik binnen het KVO-B (Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen) samenwerk, zoals de gemeente Venlo, de brandweer, Waterschap Limburg en Veiligheidsregio Limburg-Noord’, zegt parkmanager Lidy Rutten. ‘Dankzij de korte lijnen heb ik snel informatie kunnen inwinnen om vervolgens samen actie te ondernemen. Heel dankbaar hiervoor!’
Rutten heeft het hele weekend doorgewerkt om de bedrijventerreinen te beschermen tegen het stijgende Maaswater. ‘Op sommige plekken hebben ondernemers schade geleden, maar ik heb samen met de organisaties gelukkig ook veel leed kunnen voorkomen, zoals bij bedrijventerrein Groot- Boller. Het is mijn dagelijkse rol om de ruim 1200 bedrijven op de bedrijventerreinen van Ondernemend Venlo van dienst te zijn. Normaal gaat dat om bijvoorbeeld het ervoor zorgen dat bedrijventerreinen bereikbaar zijn tijdens wegwerkzaamheden en het laten repareren van scheef gereden lantaarnpalen. Een crisissituatie als deze had ik natuurlijk nog nooit meegemaakt, maar ik ben er in goede en slechte tijden.’
Op alle bedrijventerreinen onderhield ze contact met onder- nemers om de situatie van uur tot uur in de gaten te houden. ‘Via onze LinkedIn-pagina en de website voorzag ik ondernemers van informatie. Ondertussen bemiddelde ik tussen bedrijven die bijvoorbeeld waterzuigers aanboden. Ik werk al jaren als parkmanager, deze dag zal ik nooit vergeten. Mocht het in de toekomst weer gebeuren: ik heb een stappenplan gemaakt. Je moet dit zeer serieus nemen, dat hebben we nu wel geleerd. Het laat zien hoe belangrijk het KVO-B is. Dankzij het keurmerk heb ik de hulp gekregen die nodig was. Ik wil alle ondernemers die hun dank hebben uitgesproken op mijn beurt ook bedanken. Samen hebben we ervoor gezorgd dat de bedrijventerreinen zoveel mogelijk droog zijn gebleven.’