In Limburg is een congestieprobleem op het hoogspanningsnet, dat het uitbreiden van bestaande en vestigen van nieuwe bedrijven belemmert. Middels congestiemanagement heeft Tennet nog wat ruimte kunnen creëren op het hoogspanningsnet, maar voor de toekomst moet er gewerkt worden aan structurele oplossingen. Volantis heeft, in opdracht van Stichting Duurzame Bedrijventerreinen, een eerste onderzoek hiervoor uitgevoerd. Uit het recent uitgebrachte rapport blijkt dat een investering in Local Energy Hub(s) (LEH) een mogelijke uitkomst is, waarbij bedrijven onderling energie kunnen uitwisselen of elektrische energie omgezet kan worden in waterstof.

Nederland dient in 2050 gasvrij te zijn en dit betekent niet alleen dat particulieren, maar ook bedrijven moeten verduurzamen. Een mogelijkheid hiervoor is het overgaan van gas naar elektriciteit. Het elektriciteitsnetwerk is echter vol. “We zitten in een spagaat”, zegt Jacko D’Agnolo, projectleider Duurzame Bedrijventerreinen. “We dienen van het gas af te gaan, maar overgaan op elektriciteit is nu onmogelijk.” Aanvragen voor grootverbruikaansluitingen en voor uitbreiding op het elektriciteitsnet worden afgewezen en nieuwe bedrijven kunnen zich niet vestigen, omdat ze niet aangesloten kunnen worden op het netwerk. “Dit terwijl andere bedrijven een overschot aan energie hebben door zonnepanelen op hun dak, waarbij de overtollig opgewekte energie nu teruggeleverd wordt aan het hoofdnet, hetgeen tot congestie leidt. Het zou duurzamer zijn als deze bedrijven hun energie rechtstreeks aan omliggende bedrijven leveren, maar volgens de wet is dit verboden. Netwerkbeheerders hebben hier een monopolie op.”

Het bestuur van Stichting Duurzame Bedrijventerreinen boog zich over de mogelijkheden hoe slim om te gaan met deze kostbare duurzame energie. Daarvoor gaf de stichting opdracht aan Volantis om te onderzoeken hoe deze duurzaam opgewekte energie binnen de bedrijventerreinen kan worden ingezet middels Local Energy Hubs.

Opvallend is volgens Jan Houwen, CEO Volantis, dat het energienetwerk alleen in theorie overvol is. “Energienetbeheerders hebben voor de maximale capaciteit aan energiecontracten verkocht, terwijl veel bedrijven misschien wel de helft minder capaciteit nodig hebben dan in het contract is afgesproken. Toch kunnen deze contracten niet worden opengebroken en de overtollige contractruimte kan niet aan andere bedrijven – die de capaciteit wél kunnen gebruiken – worden verkocht.”

Local Energy Hubs moeten uitkomsten gaan bieden. “Deze kunnen verschillende vormen hebben”, legt Peter Honig, business manager New Energy Volantis, uit. “Zo kan de overtollige energie naar een externe batterij worden geleid, waar andere aangesloten bedrijven deze energie weer uit kunnen halen. Het overschot aan energie kan ook naar een laadplein voor elektrische auto’s en trucks op het bedrijventerrein worden geleid of worden omgezet naar waterstof die kan worden gebruikt als brandstof voor waterstof aangedreven vrachtwagens.” Volgens Honig kan waterstof nog voor meerdere situaties oplossingen bieden. “Het bestaande gasnet kun je hiermee tot maar liefst 20 procent bijmengen”, legt hij uit. “Stel dat alle apparatuur die normaal volledig op gas draait, nu voor 20 procent op waterstof draait. Ons onderzoek laat zien dat er vele flexibele oplossingen zijn voor het lokaal verspreiden en tijdelijk opslaan van energie. Dit geeft ruimte op het elektriciteitsnetwerk waardoor andere bedrijven kunnen uitbreiden of nieuwe bedrijven zich kunnen vestigen.”

‘Om daadwerkelijk een LEH in Venlo te realiseren, zullen bedrijven elkaar moeten vinden en gaan samenwerken’

Het onderzoek was volgens Houwen niet gemakkelijk om uit te voeren. “Er zijn veel data beschikbaar over het energieverbruik van bedrijven, die ontzettend bruikbaar zouden zijn voor ons onderzoek. Deze data mogen echter door de strenge privacywet niet worden vrijgegeven, ondanks dat de meeste bedrijven die wij benaderen hier geen problemen in zien. Ik hoop dat de overheid hier in de toekomst in meegaat en data openbaar beschikbaar stelt, zodat wij nóg specifieker te werk kunnen gaan.”

Beschikbare bedrijventerreinen
Uit de quickscan, voortgekomen uit het onderzoek van Volantis, in samenwerking met de Rabobank en de Provincie Limburg, blijkt dat een aantal bedrijventerreinen in Venlo geschikt is voor een Local Energy Hub. Tradeport (o.a. havengebied) en Greenport bieden de meeste kansen, maar ook Noorderpoort, Spikweien en Tradeport Zuid zijn interessante opties. “Om daadwerkelijk een LEH in Venlo te realiseren, zullen bedrijven elkaar moeten vinden en gaan samenwerken. Stichting Duurzame Bedrijventerreinen gaat de komende tijd met diverse bedrijven en organisaties verder praten om vervolgstappen te kunnen nemen”, aldus D’Agnolo. “Het is noodzaak dat er iets gebeurt. Dankzij het model dat uit dit onderzoek is voortgekomen, weten we dat de geplande verzwaring in 2025 en 2027 van hoofdnetbeheerder Tennet – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – onvoldoende zal zijn om aan de toenemende vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen.”

Houwen beaamt dat er op korte termijn stappen worden ondernomen. “Het onderzoek is uitgevoerd, de resultaten zijn binnen; nu moeten we doorpakken. Ons doel is om, als de wetgeving dit toelaat, een experimenteerstatus te krijgen op een Venloos bedrijventerrein, zoals Greenport. Zo willen we onbelemmerd gaan testen met een Local Energy Hub en in de praktijk aantonen dat deze hubs een oplossing zijn voor de congestie op het energienetwerk. En daarnaast laten zien dat er een businesscase is die als voorbeeld kan dienen voor bedrijventerreinen in heel Nederland.”

‘Ons doel is om, als de wetgeving dit toelaat, een experimenteerstatus te krijgen op een Venloos bedrijventerrein’

Het opzetten van een Energy Hub, van idee tot realisatie, duurt twee jaar. “Dat is snel”, zegt Honig. “Veel sneller dan het verzwaren van de netwerken van Tennet en Enexis. Local Energy Hubs kunnen een snelle oplossing bieden voor een groot maatschappelijk probleem. Simultaan kunnen de netbeheerders de netten verzwaren, wat ook noodzakelijk gaat zijn voor de plannen tot 2050.”

Dit project is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie en de Provincie Limburg.

www.volantis.nl

www.duurzamebedrijventerreinen.eu