Het verduurzamen van de bedrijventerreinen in Venlo gaat beginnen. Na het binnenhalen van 1,8 miljoen euro subsidie door Ondernemend Venlo is Jacko D’Agnolo aangesteld als projectleider. Vernieuwend is de integrale aanpak waarbij uiteindelijk meerdere bedrijven onderling warmte en elektriciteit gaan uitwisselen op basis van vraag en aanbod. Ook worden op bedrijventerreinen diverse klimaatadaptieve maatregelen genomen zoals hemelwaterafkoppeling, het aanleggen van wadi’s en planten van bomen.
Tekst: Wesley Hegge
Toen de kans voorbijkwam, hoefde Jacko D’Agnolo niet lang na te denken. “Dit projectplan is ijzersterk, omdat het een integrale aanpak kent en focust op zowel klimaat als energie. Ik dacht meteen: daar wil ik een rol in hebben.”
Steentje bijdragen
Begonnen in de marketing en sales bij een telecombedrijf, ging hij werken als adviseur bij Boer & Croon, een van Nederlands grootste adviesbureaus. “Ik vind het belangrijk dat we ons meer bewust moeten zijn van hoe we met de wereld omgaan. De laatste jaren ben ik me daarom als ondernemer bezig gaan houden met duurzaamheid door het produceren van zonnepanelen. Ik heb dus ervaring in de sector, beschik over een groot netwerk en weet hoe je complexe partijen met elkaar verbindt om iets van de grond te krijgen.”
Bas van Soest is voorzitter van de bijbehorende Stichting Duurzame Bedrijventerreinen. “Jacko en ik delen de zorgen over wat er gebeurt in de wereld, zoals de plastic soep en opwarming van de aarde. Ik wil een steentje bijdragen aan een duurzame wereld. Nederland is natuurlijk maar een postzegel, maar je moet ergens beginnen en de problemen niet doorschuiven naar de volgende generatie.”
Vanuit de overheid wordt er druk gezet op bedrijven om te verduurzamen. Zo moet per 1 januari 2023 elk kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Ook zijn bedrijven en instellingen, die per jaar vanaf 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas of een equivalent daarvan verbruiken, verplicht aan te geven welk energiebesparende maatregelen ze nemen. Van Soest: “Ik vind het jammer dat er vaak eerst gehandhaafd moet worden of belastingen moeten komen voordat ondernemers iets gaan doen. Het is daarom goed dat we hier in Venlo proactief aan de slag gaan, op een economisch verantwoorde manier. Want ik ben ook ondernemer en het moet uiteraard iets opleveren. Of dat nu een groene footprint is of cash, uiteindelijk wordt iedereen er beter van.”
Enthousiaste ondernemers
Wat Van Soest en D’Agnolo beiden energie geeft, is het grote draagvlak van de ondernemers. Van Soest: “Het begon allemaal met een klein groepje enthousiaste ondernemers. Gefaciliteerd door de commissie Innovatie & Duurzaamheid van Ondernemend Venlo (OV) kwamen we vanaf september 2018 een aantal keer samen. Het project werd opgezet door commissievoorzitter Mieke Verhaegh. Op bedrijventerrein Noorderpoort, waarvan ik afdelingsvoorzitter ben, hielden we sessies om te bespreken hoe we het onroerend goed en de bedrijfsprocessen kunnen verduurzamen.”
Steeds meer partijen sloten zich aan. Het bedrijf Amber vertelde bijvoorbeeld over het deelauto platform met duurzame auto’s, Jonkers Hoveniers hield een presentatie over biodiversiteit en Canon gaf een toelichting over de nieuwbouw van het hoofdkantoor, dat volledig is gescreend op verduurzaming. Er kwamen meer en meer ideeën en het initiatief groeide.
Van Soest: “Daardoor moest het professioneler aangepakt worden. Ron Coenen van Trias gaf aan dat er subsidiepotten zijn en één daarvan werd opengesteld. Daar hebben we op ingeschreven. OV heeft hierbij het voortouw genomen. Er werd gekozen voor een insteek waarbij gefocust wordt op klimaatadaptieve maatregelen en energieoptimalisatie. De overweldigende belangstelling leidde tot het plan om samen met projectpartners Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV), gemeente Venlo en Rabobank Venlo e.o. de subsidieaanvraag in te dienen. Dat resulteerde tot de miljoensubsidie die in april werd toegekend door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie en de provincie.
Integrale aanpak
Op de vraag hoe het momenteel gesteld is met de verduurzaming van de bedrijventerreinen, geeft D’Agnolo aan dat een aantal bedrijven goed op weg is. “En er wordt geen nieuwe loods gebouwd zonder het dak van zonnepanelen te voorzien. Individuele bedrijven nemen maatregelen, maar de insteek van dit programma is: hoe kan je bedrijven met elkaar verbinden? Zodat wanneer het ene bedrijf energie nodig heeft en het andere bedrijf met een overschot zit, zij op elkaar afgestemd worden.”
Er zijn in Venlo een paar voorbeelden van bedrijven die energie uitwisselen. D’Agnolo: “De integrale aanpak voorziet in een clustering van meerdere bedrijven op een terrein. Om daarmee te starten, moet je weten welke bedrijven je aan elkaar kunt koppelen. Daarvoor is data nodig. We starten daarom met het verzamelen van data. Alle bedrijven, van kantoorpanden tot maakbedrijven en de logistiek, kunnen meedoen. Het zou enorm helpen als bedrijven proactief de data met ons delen. We gaan alles in het werk stellen om de gegevens boven water te krijgen. We hebben bovendien twee bedrijven benaderd die de data uit openbare bronnen gaan halen.”
Energieoptimalisatie
Aan de hand van de data wordt een zogeheten ‘data-röntgenfoto’ van de bedrijventerreinen gemaakt. D’Agnolo: “Daarop kun je zien hoe je slimme clusters maakt. Door de juiste combinaties te maken, gaan we laten zien dat het loont om verduurzaming integraal aan te pakken. We beginnen op twee of drie terreinen die zich lenen tot het maken van een cluster. Het is ons doel om tot concrete praktijkcases te komen.”
Medio volgend jaar wil D’Agnolo al een eerste project definiëren. “Het is daarvoor noodzakelijk om een experimenteerstatus te krijgen. Zo kun je van een cluster een mini grid maken. Tussen de bedrijven zouden kabels gelegd kunnen worden, zodat ze onderling elektra kunnen gaan delen. Door de experimenteerstatus heb je geen vergunningen nodig en hoef je geen ingewikkelde trajecten te voorlopen.” Een mini grid is als het ware een klein elektriciteitsnetwerk dat gevoed wordt door zonne-energie. Een groep bedrijven kan hierop aangesloten worden en de opgewekte elektriciteit kan direct of indirect (via accu’s) geleverd worden aan de bedrijven. Zo ontstaat er dus energieoptimalisatie. Want bedrijven hebben een wisselende behoefte aan energie. Een bedrijf dat op een bepaald moment overschot heeft, kan zodoende leveren aan een ander bedrijf.
Niet alleen elektriciteit, ook warmte kan getransporteerd worden naar plekken waar het op een bepaald moment nodig is. D’Agnolo: “Door de aanleg van een warmtenet kan de warmte die het ene bedrijf ‘over’ heeft, gebruikt worden door een ander. Zo gaat het niet verloren. Als het gaat om de aanleg van een warmtenet vallen bedrijventerreinen nog nu tussen het wal en schip. Het is gericht op woningen en woonkernen. Bedrijventerreinen worden vooral gezien om warmte vandaan te halen. De terreinen zelf hebben geen status. Het is een goed moment om dat in te bedden. De energietransitie is een publiek-private samenwerking. Ik ga me ervoor inzetten dat ook de bedrijventerreinen meegenomen worden in de warmtevisie.”
Klimaat
Een ander onderdeel van het project is het nemen van klimaat-adaptieve maatregelen. D’Agnolo: “Denk aan het afkoppelen van regenwater. Als het nu regent, gaat het water het riool in. Je moet het opvangen. Dat kan op allerlei manieren. Je kunt het opvangen in wadi’s, maar je kunt ook voor kiezen om natuurlijke waterlopen terug te brengen.”
Op businesspark Noorderpoort wordt het regenwater van de panden al afgekoppeld en naar een vijver geleid, zo weet Van Soest. “Issue is eigenlijk de verdroging van het gebied. We moeten de mogelijkheden voor waterinfiltratie gaan onderzoeken. Het zou ook mooi zijn als er bomen en paden aangelegd worden, zodat de medewerkers van de bedrijven er kunnen wandelen. Het is bewezen dat mensen graag in een groene omgeving werken en een wandeling in de natuur de stress vermindert. Bomen hebben een natuurlijke schaduw en zorgen ervoor dat het minder warm wordt op de terreinen. Daardoor hoef je ook minder de airco te gebruiken. De bestrating van de paden wordt als je het mij vraagt waterdoorlatend.” D’Agnolo juicht het initiatief toe. “Eigenlijk zouden alle parkeerterreinen waterdoorlatend moeten zijn. Toen ze aangelegd werden, wisten we niet beter. Het gaat wat ver om dat allemaal aan te pakken, maar ik kan me voorstellen dat de nieuwe bestrating waterdoorlatend wordt.”
Toekomst
Het project Duurzame Bedrijventerreinen kan alleen bestaan als OV er een jaarlijkse bijdrage in vorm van financiële middelen en tijd in kan steken. Van Soest: “De ondernemers hebben laten zien dat ze van dit project een succes willen maken. Naast alle andere zaken die OV voor ondernemers realiseert, is dit project een belangrijk wapenfeit. Als we er een succes van willen maken, moeten de ondernemers tijdens de draagvlakmeting stemmen voor het voortzetten van de Bedrijven Investerings Zone (BIZ). Daardoor kan OV zijn werk, waaronder dit project voortzetten. We willen de bedrijventerreinen in topvorm houden en verder verbeteren. Dit is een perfect voorbeeld van hoe ondernemers van OV zich hebben samengepakt om de bedrijventerreinen te verduurzamen.”
Sterker nog, het is een voorbeeld voor andere terreinen in Limburg. D’Agnolo: “De LVW zorgt dat het concept op een slimme manier over Limburg kan worden uitgerold. De projectpartners willen op innovatieve wijze schaalgrootte bereiken om zo de benodigde impact te maken. Als we alle Limburgse bedrijventerreinen integraal zouden verduurzamen en alle daken zouden gebruiken om panelen op te leggen, behaal je niet alleen de klimaatdoelstelling van de provincie, maar hoef je ook geen zonneweides meer aan te leggen. Het is een forse ambitie, maar het begint hier en nu in Venlo met concrete praktijkcases. En daar hebben we de ondernemers keihard bij nodig.”