Bas Boots

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) presenteerde half februari cijfers die de sterkste economische krimp aantoonden ooit door onze nationale cijferfabriek gemeten. Een krimp van 3,8 procent, de grootste krimp sinds de Tweede Wereldoorlog. Echter, zoals de makers van Asterix en Obelix het zouden omschrijven, is er één dorpje dat dapper weerstand biedt. Tegen de stroming in laat de landbouw- en visserijsector juist een plus zien van 1,2 procent. Hoofdeconoom van het CBS Peter Hein van Mulligen noemde de land- en tuinbouw in Boerenbusiness ‘behoorlijk coronaresistent’.

Natuurlijk hebben boeren en tuinders ook last van de crisis, bijvoorbeeld daar waar aan de horeca wordt geleverd of ondernemers zelf afhankelijk zijn inkomsten uit de toeristische hoek, maar door de bank genomen toont de sector zich opnieuw een van de meest stabiele pijlers onder de economie. En daar hebben niet alleen de primaire producenten in de land- en tuinbouw baat bij. Het hele agrocluster, inclusief verwerkende industrie, transport en retail, rust voor een belangrijk deel op de schouders van onze boeren en tuinders. Dat geldt niet niet in de laatste plaats voor Noord-Limburg als innovatiecentrum en een van de belangrijkste logistieke hubs van ons land.

Deze cijfers tonen eens te meer aan hoe belangrijk een sterke agrosector – ook in tijden van crisis – is voor Nederland, maar vooral voor onze eigen regio. Of het nou gaat om gezonde en veilige voeding, werkgelegenheid, het leefbaar houden van het platteland, klimaatopgaven, de zorg voor de groene leefomgeving of zoals nu, economische groei: boeren en tuinders houden Limburg gezond.

Het is daarom cruciaal dat ze de ruimte hebben en houden om te doen waar ze goed in zijn: ondernemen en innoveren.

Bas Boots
Directeur LLTB en voorzitter CORMEC
www.lltb.nl