VENLO – Jan Houwen is als kartrekker en voorzitter van Techno Valley, directeur van ingenieurs- en consultancygroep Volantis, maar ook vanwege zijn functies als bestuurslid bij de LWV en Ondernemend Venlo, nauw betrokken bij zowel de realisatie als de verdere ontwikkeling van het high tech industrieplatform Techno Valley. Hij kent het belang van de maakindustrie, maar ook de ondernemende kracht van de totale regio. Door de drie economische hoofdsectoren met elk hun eigen kennis aan elkaar te koppelen, probeert hij samen met een krachtige groep enthousiaste industrie- ondernemers de Noord-Limburgse maakindustrie sterker en meer zichtbaar te maken.

Het ontwikkelen van verrassende, duurzame concepten en producten is nodig om aan de snel veranderende vraag in de wereld te voldoen. Bestaande economische structuren gaan op de schop en de consument heeft behoefte aan nieuwe duurzame producten en diensten. Wie snel en innovatief aan de slag gaat, kan zo een belangrijke positie op de wereldmarkt behouden en nieuwe posities veroveren, stelt Jan Houwen. Inspelend op een van de innovatieontwikkellijnen van Techno Valley is zijn Volantis ook één van de vier Founding Fathers van de Circular Design Group: een innovatieve community, gevestigd in Villa Flora, die inhaakt op het maatschappelijk probleem van het dreigend tekort aan fossiele grondstoffen. Een andere omgang met natuurlijke en nieuwe materialen is
dus vereist om daarmee duurzame concepten te ontwikkelen. En dat versterkt de internationaal groeiende ‘groene’ kracht van de regio Venlo.

Nieuwe generatie
“In 2011 was al duidelijk dat wij de regionale economie moesten versterken,” zegt Houwen. “Wij hebben ons toen met een aantal mensen de vraag gesteld: wat moet er gebeuren om de maakindustrie zichtbaarder te maken, te verbinden en daarmee innovatiever en sneller te maken. Deze industrie was altijd al belangrijk voor de regio en verdiende een beter podium.” Er werd een aantal bijeenkomsten voor diverse bedrijven met eigen research & development-kracht georganiseerd, waarbij het verbinden van innovatie en kennis centraal stond. Houwen: “Het was voor alle partijen duidelijk dat we ook de overheid plus het onderwijs bij deze ontwikkeling moesten betrekken. Tevens zochten we contact met Brainport Eindhoven om te horen hoe zij hun enorme diversiteit aan kennis in
die regio geclusterd hebben. Dat is wat wij ook met Techno Valley voor ogen hadden. Elkaar inspireren en versterken om ieder bedrijf beter te laten presteren. Meer sexy aantrekkingskracht creëren voor nieuwe jonge talentvolle medewerkers. Zo kunnen wij sneller en beter innovatieve oplossingen en producten voor maatschappelijke problemen over de hele wereld aanbieden. Dit komt de economische groei van de totale regio ten goede.” De naam Techno Valley is in 2013 – na het uitzetten van een enquête – bedacht. Volgens Houwen was het vooral de nieuwe generatie (lees studenten) die deze term als beste beoordeelden. “Het roept volgens deze groep een goed gevoel op, klinkt zowel aantrekkelijk als vernieuwend, maar dekt ook het beste de lading van alle initiatieven.”

Blauwdruk
Zoals gezegd werd er tevens contact gezocht met Brainport Eindhoven. De verbinding tussen bedrijven die in deze regio was ontstaan moest volgens Houwen als blauwdruk voor Techno Valley fungeren. “Het kost veel duw- en trekwerk om zaken in beweging te krijgen. In Eindhoven waren ze bekend met alle valkuilen. Maar ook met hoe je de juiste infrastructuur creëert om bedrijven, overheid en onderwijsinstellingen bij elkaar te brengen. In Noord-Limburg zijn veel prachtige hightechbedrijven, maar veel daarvan werken als stand-alone in hun eigen business. Iedereen is naar een andere richting georiënteerd en om die reden was de hele maakindustrie in deze regio voor velen onzichtbaar.

Agrofood en logistiek
waren bij veel mensen bekend, maar over de enorme economische meerwaarde van de maakindustrie had men minder weet. Burgers niet, maar ook de politiek niet. In Eindhoven is de relatie tussen alle partijen al jaren geleden versterkt en zijn veel bedrijven nu toeleverancier van elkaar. Vervolgens stelden wij ons ook vanaf het begin als doel die gemeenschappelijk focus te creëren. Met die kennis zijn wij vanaf 2013 steeds meer gaan lobbyen. Door ondersteuning te zoeken en betrokkenheid te vinden kreeg dit initiatief meer en meer kans om te groeien. Dankzij alle inspanningen staat deze branche nu beter op de kaart. Eigenlijk is de maakindustrie het best bewaarde geheim van de regio.”

Cross-over
Ook de betrokkenheid van onderwijsinstellingen vol studenten die de generatie van de toekomst vormen, was volgens Houwen onmisbaar. “Wij willen een regio ontwikkelen die aantrekkelijk is om in te werken, wonen en te leven. Een regio vol kansen voor middelbaar, hoger en academisch opgeleiden die er internationaal echt toe doet. Wij hebben meerdere sterke bedrijven. Ieder met hun eigen kennis en contacten. De ene partij doet veel zaken met China en India, de ander weer meer met de V.S. en Canada. Die partijen willen wij bij elkaar brengen en op de cross-over van de drie economische hoofdsectoren kunnen vervolgens interessante ontwikkelingen ontstaan. Door deze middels initiatieven als de EDB (economic development board) bij elkaar te brengen, zal het proces sneller en eenvoudiger verlopen. Dit zal zeker bijdragen aan de ontwikkeling van verrassende nieuwe producten en diensten.”

Verbinding
Door de verbinding van maakindustrie met agrofood en logistiek, kunnen alle betrokkenen zich nog sterker ontwikkelen. Het zijn volgens Houwen drie ijzersterke sectoren die met een gezamenlijk uniek thema als duurzaamheid een ideaal uithangbord voor de Venlo Region kunnen zijn. Het is tijd om het als unique selling point nog sterker te presenteren, denk aan Green industry, Green food, Green logistics, Greenbridge Europe. Duurzaamheid als unieke verbindende branding voor de complete regio.”

Tekst: Rob Buchholz | Fotografie: Laurens Eggen
Dit verhaal verscheen eerder in het magazine Techno Valley Limburg nr. 1 – 2017